KNEPPELHOUT VAN STERKENBURG (Karel Jan Frederik Cornelis), broeder van den vorige, geb. 13 Sept. 1818 te Leiden en overl. 17 Sept. 1885 op het huis ‘Sterkenburg’ onder Doorn. Ook hij ontving zijn opleiding op het instituut Noorthey en studeerde te Leiden in de rechten (ingeschr. 1837). 15 Jan. 1844 promoveerde hij hier op Theses tot jur. utr. Dr. Door afkomst even vermogend als zijn broeder, verschilde hij van dezen in menig ander opzicht. Eenvoudiger van aard, was hij minder een man van vormen, deed minder aan literatuur, reisde weinig, vond meer bevrediging in 't huiselijke leven.
Mr. Kees Kneppelhout (zoo werd hij in de wandeling genoemd) was in 1850 gehuwd met Julie van Gorkum, de jongste dochter van een welbekende generaalsfamilie. Na den vroegtijdigen dood van deze hertrouwde hij in 1855 met Susanne Elisabeth Drabbe, met wie hij 30 jaren in den echtverbonden is geweest en die hem een vijftal kinderen heeft geschonken. Ook uit het eerste huwelijk had hij eene dochter. Inmiddels was de vermogende man eigenaar geworden van bovengenoemd huis ‘Sterkenburg’, waar hij des zomers woonde, gelijk des winters op het Rapenburg te Leiden (tot 1870).
De omgang met zijn oom de Gijselaar(zie bovenstaand art.) had bij Mr. Kneppelhout veel liefde aangekweekt voor de kunst, die zich in zijn later leven op gelukkige wijze heeft geopenbaard. Hij bezat een rijke verzameling platen en teekeningen, historische portretten, kaarten enz., was bestuurslid van de leidsche Teekenacademie ‘Ars Aemula Naturae’, van de Hollandsche Maatschappij van Fraaie kunsten, van het Historisch Genootsch. te Utrecht, van het Prov. Genootsch. v. kunsten en wetensch. ald., alsmede van de leidsche Maatsch. der Ned. Letterk. Tevens was hij van 1863 tot 1869 lid van den gemeenteraad te Leiden. In 1870 besloot de kunstlievende man zijn geboortestad metterwoon te verlaten en zich blijvend op zijn landgoed onder Doorn te vestigen. Als bewoner der prov. Utrecht had hij o.a. zitting in 't Bestuur van het waterschap Lekdijk Bovendams. Dat hij intusschen de stad zijner vroegere inwoning niet uit het oog verloor, bleek o.a. in 1873, toen hij als voorzitter fungeerde van de subcommissie voor het Gedenkteeken van Leidens ontzet.
Als schrijver is Mr. Kees Kneppelhout bekend door het werk: De gedenkteekenen in de Pieterskerk te Leiden verzameld en beschreven. Metplaten (1864-71).
Zie: Levensber. Letterk. 1888, 176.
Zuidema