HAZAART (Jacobus Arnoldus), geb. 8 Jan. 1773 te Koepang (Timor), overl. 19 Dec. 1848 op het eiland Savoe. Hij was een Indo, eerst luitenant in dienst der O.-I.
Compagnie, daarna koopman; in die kwaliteit zich in 1809 ter reede van Koepang bevindend, werd hij aangezocht de betrekking van drost van Timor (toen titel van het opperhoofd aldaar) te aanvaarden. Timor was naar de toenmalige organisatie ondergeschikt aan den landdrost van Amboina, doch onderhield noch met dezen, noch met Batavia betrekkingen van eenige beteekenis. Hazaart ontving dan ook geen instructie, doch kon handelen naar den eisch der omstandigheden. Reeds spoedig na zijn optreden werd hij op een zware proef gesteld; in Juni 1810 nl. kwam een engelsch oorlogsschip des nachts ter reede van Koepang en nam het fort Concordia in. Met een gering aantal inlandsche hulptroepen, mocht H. - dank zij zijn energiek optreden - er in slagen den Engelschman te verjagen. Het volgend jaar, toen Java in Engeland's bezit was overgegaan, verscheen opnieuw een britsche macht voor Koepang en eischte ook dit eiland op. Hazaart, die inzag dat tegenstand niet zou baten, gaf zich over, werd door de Engelschen in het bestuur gehandhaafd, doch op zijn verzoek spoedig vervangen door een Nederlander, Knibbe, met den titel van resident en militair commandant. H. vestigde zich opnieuw als handelaar te Koepang en bleef de opvolgende engelsche residenten (Knibbe had nl. reeds spoedig ontslag genomen) met raad en daad bijstaan.
In den loop van 1814 werd H. aangezocht en bereid gevonden provisioneel het gezag weder te aanvaarden; tot 1818 bleef hij toen resident, eerst in britschen dienst en na de teruggave van Timor, in dienst van het ned. gouvernement. In genoemd jaar 1818 ontstonden ernstige geschillen tusschen de ned. en portugeesche autoriteiten op Timor, als gevolg waarvan H. om zich te verantwoorden naar Batavia werd opgeroepen. Volkomen in eer hersteld, aanvaardde hij in April 1820 opnieuw het bestuur, tot groote voldoening ook van inlandsche hoofden en bevolking. In de volgende jaren maakte Hazaart zich in vele opzichten verdienstelijk; door zijn krachtig optreden wist hij verschillende onlusten op Timor spoedig te bedwingen; overigens trachtte hij op allerlei wijzen den bloei zijner residentie en de welvaart der bevolking te bevorderen. In 1833 nam hij ontslag uit 's lands dienst.
Zie: P.J. Veth, Heteiland Timorin Gids 1855, I, 710 vlg. en J.H.P.E. Kniphorst, Een terugblik op Timor en Onderh. in Tijdschr. v.N.-1.1855, I, 42 vlg.
Muller