HAEFF (Adriaan Hendriksz. ten), geb. te Middelburg in 1560, overl. aldaar3 Mei 1608. Negen en twintig jaren oud, kwam hij aldaar als schepen aan de regeering, en van 1596-1599 was hij burgemeester.
Hij was gehuwd met Christina Jolijt (overl. 1642), uit welk huwelijk verscheidene kinderen sproten. t.H. verdient in gedachtenis te blijven als een der wakkerste en werkzaamste kooplieden en scheepsreeders uit de laatste 20 jaren der 16e eeuw, dat schitterendste tijdperk van Middelburg's bloei als handelsstad. Hij behoorde hier onder de moedigste kooplieden, hoewel toch meer bedachtzaam dan zijn confrater Balthasar de Moucheron, ‘de stoutste onder de stouten’. Evenals deze deed ten Haeff de middelburgsche vlag naast de nationale wapperen en in W.-I. bezochten reeds in 1598 en 1599 zijne schepen de ‘Wilde kust’ van Guyana. Maar vooral naar het oosten werd de blik gericht. Toen de schepen ‘de Leeuw’ en ‘de Leeuwin’ in 1598 onder de gebroeders de Houtman voor rekening van de Moucheron uit Middelburg naar O.-I. vertrokken, deden niet lang daarna ook de aan t.H. behoorende ‘Lange Barcke’ ‘de Zon’ en ‘de Maan’ onder G. de Roy dien tocht, waarna de beide reederijen zich vereenigden en de ‘Zelandia’, de ‘Middelburg’, de ‘Lange Barcke’ en de ‘Zon’ onder bevel van Laurens Bicker uit Amst. en Gerard de Roy uit Vlissingen, in Jan. 1601 naar zee zonden, reeds in Mei gevolgd dooreen ander zeeuwsch eskader van drie schepen ‘de Ram’, ‘het Lam’ en ‘het Schaap’, onder het gezag van Joris van Spilbergen en Guyon le Fort, een bloedverwant van de Moucheron's. De schepen van Bicker en de Roy brachten midden 1602 Frederik de Houtman uit zijn gevangenschap terug en het gezantschap over, door den sultan van Atjeh aan prins Maurits gezonden en waarvan de oudste gezant, de 71-jarige Abdul Zamat, te Middelburg stierf en met allen luister begraven werd. Na al hetgeen door hem als reeder verricht was, behoeft het geen verwondering te baren, dat t.H. spoedig bewindhebber der O.-I.C. van de kamer Zeeland werd en dit tot aan zijn dood bleef.
Zie: F. Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen i.v.; J.J.F. Wap, Het gezantschap van den Sultan van Achin, 1602 (Rott. 1862); A. 'sGravezande, 2e Eeuw-gedachtenis der Middelb. Vrijheid(Midd. 1884) 476, 526; de Jonge, de Opkomst van het Ned. gezag in O.-I.; de Stoppelaar, Balth. de Moucheron (den Haag 1901); J. de Laet, Beschrijvinghe van West-Indiën 562.
Mulert