NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Fuhri, koenraad

betekenis & definitie

FUHRI (Koenraad), verdienstelijk uitgever, 6 Sept. 1814 te 's Gravenhage geb., uit het huwelijk van Coenraad F. enHenriette Christina Schlosser,en 23 Aug. 1858 te New-Orleans (Amerika) overl. Na vroeg zijn vader verloren te hebben, werd hij door zijn moeder voor het onderwijs bestemd en naar de Rijkskweekschool voor onderwijs te Haarlem gezonden. Weldra verliet hij echter deze inrichting, om als leerling-bediende in den boekhandel van W.K.

Mandemaker in den Haag geplaatst te worden. Van dezen vooral als auctionaris bekenden boekhandelaar ging hij als bediende naar J.F. Thiemete Nijmegen, wiens uitgebreide zaak hij gedurende een ernstige ziekte van den patroon een tijdlang bestuurde. In 1837 nam hij den boekhandel van Mandemaker te 's Gravenhage over en trad in het huwelijk met Carolina Geertruida Thieme, een zuster van den nijmeegschen boekhandelaar. Begaafd met vele talenten, buitengewoon werkzaam, ondernemend en eerzuchtig van aard, gaf Fuhri zich met volle toewijding aan het vak zijner keuze over en was hij een korte reeks van jaren een sieraad voor den nederlandschen boekhandel, dien hij in nieuwe banen wist te leiden.

Van zijn talrijke uitgaven noemen wij: Tractaatjes voorjongelieden uitden begaafden stand, onder redactie van C.E. van Koetsveld (1839-47); het jaarboekje Aurora, onder redactie van J.I.D. Nepveu enS.J.van den Bergh (1840 e.v.); Hetleven van prins Willem I, rijk geïllustreerd met platen en portretten van H.F.C. ten Kate e.a., de tekst van Fuhri zelf (1844); de Geïllustreerde Courant, uitgeg. in vereeniging metG.J.A. Beijerinck (1843); De Tijdspiegel, onderredactie van B.T. Lublink Weddik en K. Meppen (1843-52; later voortgezet door Fuhri's leerling D.A. Thieme); de Kindercourant (1852-56; voortgezet door Van Hoogstraten); de Kunstkronyk, uitgeg. ter aanmoediging en verspreiding der schoone kunsten (1840-49; voortgezet door F.'s leerling A.W. Sijthoff); Groot Nederlandsch Prentenboek, met bijschriften van W.J.van Zeggelen enA. Ising, met 700 houtgravuren (1847); Woordenboek in vier talen, door een vereeniging van taalkundigen (1847; latere uitg. bewerkt door J.M. en N.S. Calisch); Omnibus, Nederl. prentenboek voor jongens en meisjes, onder redactie van J.P. de Keijser (1849 e.v.); Nieuwenhuis' Woordenboek v. kunsten en wetenschappen (1850-62, door Fuhri aangekocht van J.F. Thieme te Nijmegen en door hem verkocht aan A.W. Sijthoff te Leiden); Het Leesmuseum, een bloemlezing uit de buitenlandsche letterkunde, onder redactie van C.M. Mensing en L.C. Cnopius (1852 e.v.); het Nederl. Athenaeum, Nieuwsblad voor wetenschap, kunst en letteren, onder redactie van Dr. J. Tideman, A. Ising enJ.B. Rietstap (1853); De oorlog; geschiedenis der tegenwoordige krijgsgebeurtenissen in Europa (Krim-oorlog), onder redactie van A. Ising en T. van Westhreene Wz.(1854); Tooneelen, karakterschetsen en kleederdrachten van Java's bewoners (1855) en Atlas van Nederl. Oost- Indië, door J. Pijnappel (1855).

In 1855 vertrok Fuhri, door tegenspoed in zijn al te groote ondernemingen teleurgesteld, naar Amerika, waar hij te New-Orleans een nieuwen boekhandel oprichtte, doch reeds driejaar later op nauwelijks 44-jarigen leeftijd aan de gele koorts stierf. Zijne zaken in het moederland waren in 1856 te 's Gravenhage ontbonden.

Zie: A.C. Kruseman, Bouwstoffen voor een geschiedenis van den Nederl. boekhandel I (1886), 783.

Zuidema

< >