NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Christiaan, hertog van brunswijk

betekenis & definitie

CHRISTIAAN, hertog van Brunswijk, geb. 20 Sept. 1599 op het slot Grüningen (Halberstadt), overl. 26 Mei 1626 te Brunswijk. Zoon van Hendrik Julius, hertog van Brunswijk-Wolfenbuttel, en Elisabeth, dochter van koning Frederik II van Denemarken. Na aan de hoogeschool te Helmstadt gestudeerd te hebben, werd hij 16 Aug. 1616 tot bisschop van Halberstadt gekozen. Zijn onrustige, krijgszuchtige aard bracht hem er echter toe als ritmeester onder prins Maurits in dienst der Republiek der Vereenigde Nederlanden te treden. Hier leerde hij Elisabeth, de vrouw van den Winterkoning kennen en wierp zich tot haar kampioen op. Hij bracht eenige troepen op de been en verwoestte daarmee in 1621 Neder-Hessen. Met een hevigen haat tegen de Jezuïeten en den Keizer bezield (hij noemde zich: ‘Gottes Freund, der Pfaffen Feind,’ en liet zelfs thalers met dit opschrift slaan) brandschatten en verwoestten hij zoowel als Ernst van Mansfeld en George Frederik van Baden-Durlach het land en plunderden kerken en kloosters. In een gevecht aan den Main, bij Höchst, 20 Juli 1622, werd hij door Tilly verslagen. Uit den dienst van koning Frederik ontslagen, trok hij met Mansfeld aan het hoofd van een bende partijgangers door het land. Naar Sédan getogen, werden zij hier door de Staten voor drie maanden in dienst genomen, om Bergen op Zoom, door Spinola belegerd, te helpen ontzetten; 29 Aug. 1622 kwam het bij Fleurus tot een treffen, waarbij Chr. en Mansfeld zich met zware verliezen een doortocht baanden; Chr. verloor in den strijd een arm, die door een zilveren vervangen werd. In Sept bereikten zij met 12000 man de hollandsche grenzen en konden zich met Maurits' troepen vereenigen. Na drie maanden ging Chr. weer met zijn soldaten op eigen gelegenheid plunderen en brandschatten. Zelfs gelukte het hem in Juni 1623 een afdeeling van Tilly's troepen in Westfalen te verslaan. 6 Aug. 1623 werd hij echter met groote verliezen door Tilly bij Stadtlohn verslagen. Hijzelf moest de wijk nemen naar Breevoort, dankte zijn troepen af en begaf zich naar zijn zwager, Ernst Casimir van Nassau, denfrieschen stadhouder. Febr. 1625 ging Chr. v.B. van Dover naar Calais, waar hij zich aan het hoofd der fransche hulptroepen stelde en met deze naar Bergen-op-Zoom trok, om Breda te ontzetten. De dood van prins Maurits verhinderde de uitvoering van dit plan; Chr. trok daarop naar Christiaan IV van Denemarken, zijn oom van moederszijde, die zich te Bremen bevond. Chr. kreeg nu het bestuur over het hertogdom Brunswijk. Spoedig daarna overleed hij, ongehuwd. Hij was een ruw partijganger, vurig protestant en bezat onmiskenbare talenten als veldheer; als regent blonk hij minder uit.

Zie: v. Meeteren, Hist. der Nederl. Oorl. III, passim; Kok, Vader!. Woordenboek, Brugmansen Kernkamp, Alg. Geschiedenis III, 268 (met een afbeelding van den thaler); Allgem. Deutsche Biographie IV, 677.

Eysten

< >