NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Boom, nicolaus

betekenis & definitie

BOOM (Nicolaus), geb. te Amsterdam, overl. te Haarlem in 1779. Hij was luthersch predikant te Haarlem van 1758 tot zijn overlijden en schreef: De waarheit en Godlijkheit van het Evangelium tegen het ongeloofbevestigd door ophelderende Aanmerkingen overde Schriften derEvangelien, twee stukken (Amst. 1775).

< >