NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Boetzelaer, joost rudolf van den

betekenis & definitie

BOETZELAER (Joost Rudolf van den), zoon van Willem Jurriaan v.d.B., die volgt, en Johanna Nagell, kreeg 2 Maart 1669 wegens zijn bezitting Batinge, die hij van zijn oom Rutger van den Boetzelaer had geërfd, zitting in de ridderschap van Drente. Over deze erfenis was oneenigheid ontstaan tusschen de familie van Loen en Joost Rudolf, die er tegen protesteerde, dat hem alleen Batinge met alle schulden onder bezwarende voorwaarden werd gelaten, terwijl de familie van Loen Entinge zou erven met alle aangekochte en meubilaire goederen.

< >