* 19. 4. 1858 te Frankfort a/M., ✝ 6. 2. 1929 te Berlijn, aanvankelijk student in de scheikunde, legde zich op de muziek toe, eerst aan de Kon. Hochschule te Berlijn, daarna onder Kiel en Urban.
Richtte 1882 het Philharm. koor te Berlijn op, dat hij tot een hoogen graad van volmaaktheid opvoerde en hetwelk 1920 door de Hochschule werd overgenomen. Ochs werd nu leeraar aan die instelling en organiseerde met het koor modeluitvoeringen van Bachs Matthaeus passion, werken van Bruckner, Reger, enz. Was een met gevoel voor humor begaafd componist (de komische opera lm Namen des Gesetzes 1888, de bekende variaties op Kommt ein Vogel gef logen, duetten, enz. getuigen daarvan). Schreef Der deutsche Gesangverein (4 dln. 1923), Ueber die Art, Musik zu horen (1926), bezorgde de uitgave van cantates van Back in de bekende „Partitur-Ausgabe" van Eulenburg, gaf 1922 een autobiografie Geschenes, Gesehenes in het licht.