(Prestant, Duitsch: Principal, Fr.: Fond d'orgue, Eng.: Open diapason) is op het orgel wel de voornaamste van alle labialen. Prestant is afgeleid v. h.
Latijnsche prestare = vooraan staan, omdat op slechts enkele uitzonderingen na alle in het front geplaatste sprekende pijpen prestantpijpen zijn. De prestantstemmen zijn het fundament van den orgelklank (Fond d'orgue), het zijn open labiaalstemmen van middel-mensuur met krachtige, gezonde intonatie. De 8 voets-prestant is het allerbelangrijkst, groote orgels hebben er een voor elk manuaal, zeer groote orgels zelfs in het hoofdmanuaal twee verschillend gestemde prestanten naast elkaar. De normale stem van het pedaal is de prestant 16 voets, die echter zelfs bij zeer groote orgels ook in het hoofdmanuaal voorkomt. (Het groote orgel in de St. Sulpice te Parijs heeft zelfs twee prestants 16 voets i. h. hoofdmanuaal, waarvan één nog tevens overblazend [zie daar]). Voor pedaal en hoofdmanuaal gebruikt men wijder mensuur dan voor de overige manualen, vaak is de prestant van het nevenmanuaal een vioolprestant, dat veel overeenkomst heeft met den viooltoon. De grootere prestantpijpen van 16 en 32 voet worden meestal van hout gemaakt.