1) bij de Grieken, z. Grieksche muziek.
2) de middeleeuwsche kerktoonsoort:
efgabcde (zie kerktonen).
Het phrygische slot is een laatst karakteristiek overblijfsel van het oude toonsoortenwezen, nadat dit door het moderne Dur en Moll langzamerhand verdrongen was. Deze sluiting verkrijgt echter het karakter van een halve sluiting. In de 18de eeuw komt zij nog veel voor (Corelli); sinds de Mannheimer School verdwijnt zij.