* 1583 te Cambridge, ✝ 5. 6. 1625 te Canterbury, werd 1623 benoemd tot organist der Westminster Abbey. Zeer vruchtbaar componist.
Klavierwerk van zijn hand vindt men in de Parthenia van 1611 en het Fitzwilliam Virginal Book. Fancies voor 3 violen van hem zijn opgenomen in de verzameling: „20 konincklijke Fantasiën op 3 Fiolen" van Lupo, Coprario en Daman (Amsterdam 1648, nieuwe uitgave van Rimbault 1847). In de uitgaven der „Musical Antiquarian Society" 1842 zijn verschillende motetten en madrigalen van hem opgenomen. Zie verder Edm. H. Fellowes. O. G., a short account of his life and work (1925).