(Grieksch), Maatmeter, een toestel dat, hoorbaar tikkend, de maat van een muziekstuk aangeeft. Vele natuur- en werktuigkundigen hebben zich beijverd voor het vervaardigen van een M.: Loulié (f 1702), Sauveur (1653—1716), Stöckel, Avaux, Pelletier. De tegenwoordig algemeen gebruikte Malzel-fA. draagt dien naam ten onrechte, want het staat vrijwel vast dat Malzel het toestel niet zelf heeft uitgedacht.
Door hem in 1816 gepatenteerd heeft hij zich een vinding van den Amsterdammer Diederik Nicolaas Winkel (zie daar) toegeëigend en wellicht daaraan eenige verbeteringen aangebracht. De M. bestaat uit een kastje in pyramide-vorm, waarin een slinger met verschuifbaar tegenwicht. Hoe hooger dat gewicht geschoven wordt, des te langzamer tikt het toestel. Een schaal die het aantal slagen per minuut aangeeft, is ter zijde van den slinger aangebracht. Het meeste nut geeft de M. daardoor, dat de componisten in staat zijn het tempo hunner werken voor te schrijven. Studeeren met een tikkende M. naast zich, moet als onmuzikaal worden afgekeurd. Op den naam Malzel berust de algemeen gebruikelijke aanwijzing bij muziekstukken met M. M. J = 50, enz. (de achtste noten duren even lang als een tik van de M. wanneer het gewicht op 50 graad is ingesteld). Zie verder bij Malzel.