Max von oberleithner

betekenis & definitie

* 11. 7. 1868 te Schönberg (Mor.), Dr. juris. Studeerde 1890—1895 bij Bruckner, was schouwburgdirigent te Teplitz, was 189b—1897 werkzaam te Dusseldorp en is thans te Weenen gevestigd, zich uitsluitend aan de compositie wijdend: Schreef de opera's: Erlost (1899), Ghitana (1901), Abbé Mouret (1908), Aphrodite (1912), La Vallière (1914), Der Eiserne Heiland (1916) (zijn best geslaagde werk), Caecilie (1919), de komische opera Die silberne Flöte, drie symphonieën en een vijftigtal liederen.