Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Ludolf nielsen

betekenis & definitie

* 29. 1. 1876 te Nörre Tvede (Denem.), componist. Studeerde 1900—1903 aam het cons. te Kopenhagen, was orkestlid (altist) en onderdirigent in het Tivoli-orkest, lid van het Björvigkwartet.

Dank zij een beurs kon hij een studiereis maken door Duitschland, Oostenrijk en Italië. Componist van 3 symphonieën, 3 symph. gedichten, een symphonische suite en andere orkestwerken, 3 strijkkwartetten, een aantal opera's (o.a. Isbella, 1915), 2 balletten, De Toren van Babel op. 35 voor soli, koor en orkest, Höjsommer op. 52, cyclus voor gern, koor, fluit, hobo, fagot en hoorn, Dronning Margrethe op. 50 voor soli, koor en orkest, liederen, enz.

< >