Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Lidus klein

betekenis & definitie

* 24. 9. 1884 te Wageningen, violist, leerling van Bram Eldering aan het Amsterdamsche conserv., studeerde daarna bij Sevcik te Praag en Carl Flesch te Berlijn. Van 1910-’18 was hij als leeraar a. h. conserv. te Zürich verbonden en tevens als concertmeester a. h. „Tonhalle—Orchester".

In 1918 werd hij tot concert-, meester v. h. „Orchestre Romand” te Genève benoemd, vervolgens woonde hij te Parijs als leeraar, tevens van daaruit vele concertreizen ondernemend. 1 Dec. 1929 werd hij als leeraar v. d. hooge vioolklassen a. h. muzieklyceum te Amsterdam verbonden en treedt geregeld als solist in binnen- en buitenland op.

< >