Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Leonardus carolus bouman

betekenis & definitie

* 2. 12. 1852 te 's Hertogenbosch, ✝ 24. 4. 1919 te Nijmegen, een leerling van zijn vader G. W.

B„ zijn oudere broeders en later van Richard Hol. Werkte aanvankelijk te 's-Hertogenbosch als leeraar aan de R.-K. Kweekschool voor onderwijzers. Toen die school verplaatst werd naar Nijmegen, vestigde Bouman zich aldaar en hij is er tot zijn dood gebleven. Hij werd er in 1895 directeur van de muziekschool van „Toonkunst", was directeur van het bekende Arnhemsche Mannenkoor „Aurora" en van het koor van de Toonkunstafdeeling. Om gezondheidsredenen trok Bouman zich in 1907 terug als leider van zangvereenigingen en ook zag hij zich eindelijk genoodzaakt af te treden als leider van de muziekschool. Bouman heeft een paar werken voor den R.-K. Eeredienst gecomponeerd, eenige mannenkoren, pianomuziek, liederen en kamermuziekwerken, Zijn op. 8, drie fantaisiestukken voor piano en viool, werd bekroond door de N. T. V. en o.a. te Parijs uitgevoerd.

< >