* 8. 8. 1861 te Dortmund, studeerde, na eerst als jurist werkzaam geweest te zijn, muziek onder Riemann te Hamburg. Is sedert 1890 te München als componist gevestigd.
Componeerde o.m.: het symphonisch gedicht Brand naar Ibsens tooneelstuk, orkestvariaties op O Sanctissima en Weber's Wiegenlied, de opera Heimhehr (1903), feestspel Siegfried von Xanten und Kriemhild (1892), Das 13. Kapitel der 1. Epistel St. Pauli an die Korinther voor bariton, gem. koor, orgel en orkest, oratorium: Gott ist die Liebe, het blijspel met muziek Aldegrever’s Erben, mannenkoren en liederen. Publiceerde eenige bijdragen tot de biografie van J. S. Bach in ,Die Musik".