* 16. 9. 1819 te Parijs, ✝ 13. 8. 1887 te Fontainebleau, leerling van het Cons. te Parijs, van 1847 tot 1850 aan die instelling als hulpleeraar voor piano verbonden, 1855—1868 leeraar voor koorzang. Richtte 1851 de „Société des jeunes artistes du Conservatoire" op, waarmede hij klassieke symphonieconcerten gaf.
In 1861 ontwikkelden zich daaruit de „Concerts populaires", welke tot 1886 hebben bestaan en die door goede muziek voor weinig geld te geven, veel hebben bijgedragen tot de muzikale ontwikkeling van het Fransche publiek. De „Concerts populaires" zijn weggeconcurreerd door de concerten van Colonne en Lamoureux. Pasdeloup stond aan moderne muziek gaarne plaats af op zijn programma's en tegenover Wagners kunst heeft hij zich zeer verdienstelijk gemaakt. Toen hij 1868—1869 directeur was van het „Théâtre Lyrique" bracht hij o.m. Rienzi op het repertoire. In 1920 heeft Rhené-Baton de „concerts Pasdeloup" doen herleven, sinds 1924 in het Trocadéro, 1925 in het Théâtre Mogador en sedert 1928 in het Théâtre des Champs Elysées.