Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Jules emile frédéric massenet

betekenis & definitie

(Portret plaat 9), * 12. 5. 1842 te Montaud, ✝ 13. 8. 1912 te Parijs, leerling van het Cons. te Parijs (A. Thomas, comp.), 1863 „Prix de Rome", 1878 leeraar aan het Cons., 1910 président de TAcadémie.

Is een zeer vruchtbaar operacomponist geweest, man van groote gaven en gevoel voor dramatiek, in zijn lyriek niet vrij van sentimentaliteit, een electicus in de keuze zijner uitdrukkingsmiddelen, gaarne bij voorgangers en tijdgenooten te gast gaand. Aanvankelijk sloeg zijn kunst niet in, maar met zijn bijbelsch drama Marie Madeleine (1873) had hij gewonnen spel en hij is vele jaren de grootmeester der Fransche opera geweest. Van zijn talrijke werken noemen wij naast Marie Madeleine, Eve (1875), La Vierge (1879), gewijde opera's, dan het oratorium La terre promise (1900), de idyllen voor soli en koor Narcisse (1877) en Biblis (1886), de opera's Le roi de Lahore (1877), Hérodiade (1881), Le Cid (1885), Le Mage (1891), Thaïs (1894). Don César de Bazan (1872), Manon (1884), Esclarmonde (1889), IVerther (1891), La Navarraise (1894), Sapho (1899), Cendrillon (1899), Griselidis (1901), Le jongleur de Notre Dame (1902), balletten o.a. La cigale, (19C4), veel muziek bij drama's, zooals bij Les Erïnnyes van Leconte de 1'Isle, Sardou's Theodora, zeven orkestsuites, ouvertures, symphonische gedichten, kamermuziek, pianomuziek, vele liederen (4 bundels Mélodies). Zie verder: L. Schneider, M. (1908, 2e druk 1926), A. Pougin, M. (1913), René Brancour, M. (1923). Zijne herinneringen verschenen direct na zijn dood als Mes souvenirs (1912).

< >