Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Josef klein

betekenis & definitie

* 12. 11. 1870 te Weenen, violist en componist, leerling van het Weensche conserv., sedert 1889 eerste violist en balletdirigent der Staatsopera te Weenen. Leerling o.a, van Bruckner, componist van balletten, operettes, salonmuziek, dansen en liederen.

Opgevoerd werden o.a. Die roten Dominos (1898), Faun und ftymphe (1921).

< >