* 1743 te Middelburg, ✝ 12. 5. 1809 te Vlissingen. Was advocaat, later organist en klokkenist te Vlissingen.
Is de schrijver geweest van het eerste muzieklexicon in de Nederlandsche taal, dat onder den titel Muzijkaal konstwoordenboek in 1790 het licht zag. Hiervan verscheen echter slechts het eerste deel (A-E) en een aflevering van het tweede deel. Daar deze eerste arbeid hem niet bevredigde begon hij aan een geheel nieuw werk, waarvan in 1795 het eerste deel, de letters A—M omvattende, te Amsterdam verscheen. Fetis roemt het intusschen zeldzaam geworden werk zeer. R. schreef ook een Catechismus der muzijk (1787), componeerde zes sonates voor viool, Mengeldichten en gesangen op muzijk gebracht (1781), psalmen, motetten, enz. Ook verscheen in 1805 een Muzijkaal zakboekje.