Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Johann jakob froberger

betekenis & definitie

* 19. 5. 1616 te Stuttgart, ✝ 7. 5. 1667 te Héricourt als muziekleeraar van prinses Sibylla van Würtemberg. Beroemd organist, leerling van Frescobaldi te Rome, eerst Hoforganist te Weenen, later achtereenvolgens te Dresden, Brussel en Parijs, in welke laatste stad een muziekfeest te zijner eere werd gegeven, vermoedelijk ook nog te Londen.

Froberger is de grootste Duitsche componist voor orgel en klavier vóór Bach, die in hem een zijner meesters zag. Harmonisch en rhythmisch is Froberger zeer modern en ook nu nog staat zijn kunst ons zeer na. Zijn gezamenlijke werken heeft Guido Adler gepubliceerd in de Denkmäler der Tonkunst in Oesterreich. (Bd. IV, 1; VI, 2 en X, 2 tezamen 25 Toccata's, 8 Phantasieën, 6 Canzones, 18 Capriccio's, 4 Ricercari en 30 Suites voor orgel of piano, ook als afzonderlijke uitgave). Een bloemlezing voor studie gaf W. Niemann (Frobergiana). Zie verder Fr. Beier, J. J. Fr. 1881).

< >