Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Johann friedrich rochlitz

betekenis & definitie

* 12. 2. 1769 te Leipzig, ✝ 16. 12. 1842 aldaar. Leerling van de Thomasschool, was aanvankelijk theoloog en literator, gevoelde zich echter op den duur aangetrokken tot vraagstukken van aesthetischen aard en schreef o.a. Einige Ideen über Anwendung des gut en Geschmacks (17%).

Maar belangrijke figuur in de muziekgeschiedenis werd hij eerst, toen hij optrad als redacteur van de door Breitkopf und Härtel in het leven geroepen „Allgemeine musikalische Zeitung", waarvan hij 1798— 1818 de leiding heeft gehad en tot 1835 medewerker is gebleven. Men verlieze niet uit het oog, dat in dat tijdvak Beethovens scheppingstijd valt en de wording van Haydns meest beteekenende werken en erkenne met waardeering in hoe belangrijke mate R. er toe heeft bijgedragen om Beethovens kunst gemeengoed te maken. Zijn geestdriftige besprekingen van diens eerste acht symphonieën en andere werken des meesters hebben grooten invloed op het publiek gehad. Hoewel Beethoven zelf verklaard had, dat R. de man was om zijn biografie te schrijven, heeft hij zich daaraan toch niet durven wagen. Wel heeft hij in Für Freunde der Tonkunst (1824—1832, 4 dln, 3de dr. 1868) een reeks van biografieën gegeven naast analyses van vele composities, essays, enz. In den 3den druk daarvan heeft A. D ö r ✝ f e 1 een levensschets van Rochlitz opgenomen. In 1838—1840 gaf R. een Sammlung vorzüg licher Gesangstücke in drie deelen in het licht. Hij zelf heeft slechts eenige mannenkoren en den 23sten psalm gecomponeerd. Rochlitz heeft praktisch deelgenomen aan het muziekleven te Leipzig, was bestuurslid van de Gewandhausconcerten, enz. Schubert zette eenige zijner gedichten op muziek.

< >