Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Jan willem enschedé

betekenis & definitie

* 17. 8. 1865 te Haarlem, ✝ 13. 2. 1926 te Overveen, musicoloog. Lid van het welbekende geslacht der Enschedé's, heelt J.

W. E. zich, behalve voor het drukkersbedrijf en het boek, ook zeer geïnteresseerd voor de toonkunst en meer speciaal voor het kerkorgel. Zelf degelijk onderlegd muziekbeoefenaar, speciaal aangetrokken tot het harmonium, heeft hij zich steeds als dilettant beschouwd en zich in het bijzonder toegelegd op de geschiedenis der vaderlandsche toonkunst. Aanvankelijk studeerde hij te Leiden in de rechtswetenschappen, hij zegde deze studie echter vaarwel en wijdde zich, te Haarlem teruggekeerd, eerst aan het archiefwezen om daarna tot 1901 als bibliothecaris van de Haarlemsche gemeentebibliotheek werkzaam te zijn. In tal van tijdschriften heeft hij de vruchten van zijn studie op muziekgebied gepubliceerd. Het zou een onbegonnen werk zijn te trachten een volledig overzicht van zijn arbeid te geven. Wij herinneren slechts aan zijn studiën over het Wilhelmus, zijn publicaties betreffende oud-Nederlandsche legermarschen, zijn artikelen over Nederlandsche musici, over orgels, over het Amsterdamsche straatlied enz. Met onverzwakte belangstelling heeft Enschedé tot zijn dood zijn aandacht gegeven aan de vaderlandsche kunst, oud en nieuw, en een kostbare verzameling van werken en gegevens bijeengebracht.

< >