* 25. 4. 1851 te Purmerend, ✝ 4. 4. 1918 te Amsterdam, zoon van Jacob Kw. Was leerling van de Kon.
Muziekschool te's-Gravenhage. Na kapelmeester geweest te zijn van het 8e Reg. Infanterie, stichtte hij de Arnhemsche Orkest-Vereeniging; na eenigen tijd in Rusland werkzaam te zijn geweest, keerde hij naar Nederland terug als dirigent van de Nederlandsche Opera, later van de „Nieuwe Nederlandsche Opera" te Amsterdam. Nadat deze onderneming den weg van haar voorgangsters gegaan was, toog K. weer naar Arnhem als leider van het door hem gestichte orkest. In 1911 werd hij wederom verbonden aan een Nederlandsche Opera te Amsterdam, doch toen ook deze instelling te gronde ging, vestigde Kwast zich als muziekonderwijzer. K. componeerde verschillende werken voor orkest, militaire muziek, piano, viool, cello en zang. Als gastdirigent trad hij ook meermalen in het buitenland op.