* 22. 5. 1846 te Rotterdam, ✝ Dec. 1910 te Bonn, cellist, leerling van J. Giese, Dan. de Lange en E.
Hegar, verving Alex. Schmitt als solocellist v. h. Gürzenich orkest en als leeraar a. h. conserv. en volgde hem bij diens dood in 1868 als zoodanig op. Trad in 1872 met groot succes als solist op een Gewandhausconcert op en maakte verschillende succesvolle concerttournees door Duitschland totdat een nerveuze aandoening hem noodzaakte zijn optreden te staken, waarna hij zich 1874 te Rotterdam en sedert 1880 (als zakenman) te Bonn vestigde. Hij componeerde eenige werken voor zijn instrument (Konzertstück op. 1 v. cello en ork., Drei Stiicke op. 2, Concerto op. 3, Am Meeresstrande op. 4 en Ballade op. 5, alle voor cello en ork. of cello en piano).