Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Hjalmar von dameck

betekenis & definitie

* 24. 3. 1864 te Kopenhagen, ✝ 30. 12. 1927 te Berlijn, violist, eerst verbonden aan het Gewandhausorkest te Leipzig, later concertmeester te Bannen, van 1902 tot 1910 leeraar aan het Duitsche conservatorium te Nieuw-York, 1911—17 leeraar aan het Sternsche Kons. te Berlijn. Bezorgde de uitgave van werk van vele oude componisten.

< >