(Portret plaat 31), * 12. 11. 1898 te Utrecht, violoncellist en componist, leerling van Joh. Wagenaar, Ed.
Ferrée (violoncel) en mevr. Veerman-Bekker. Was na den oorlog nog leerling van Gérard Hekking te Parijs. Maakte 1921—1922 een kunstreis naar de Ver. Staten, was 1922—1924 solo-cellist bij het Amst. Concertgebouworkest. Werkte vervolgens mede aan de Festspiele te Bayreuth, werd 1925 onderdirigent en koordirigent aan het Landestheater te Coburg. Componeerde o.m. een Allegro voor orkest, La fête bleue voor violoncel en orkest, Sphynx, nocturne voor orkest, Dansimpressie idem en een Suite voor cel en orkest.