Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Gustav becking

betekenis & definitie

* 4. 3. 1894 te Bremen uit Nederlandsche ouders, muziekgeleerde. Studeerde te Berlijn bij prof.

J. Wolf en te Leipzig bij Hugo Riemann, wiens assistent hij was. In 1920 promoveerde hij tot dr. phil. op een proefschrift getiteld: Studien zu Beethovens Personalstil. Das Scherzothema. In 1922 vestigde hij zich als privaat-docent aan de universiteit te Erlangen, waar hij enkele jaren later den titel van buitengewoon hoogleeraar verwierf. In 1929 werd hij benoemd voor den leerstoel vanwege de Maatsch t. b. der Toonkunst aan de Utrechtsche hoogeschool in het leven geroepen, ten einde onderwijs te geven in de theorie en de geschiedenis der muziek, welke functie hij echter niet aanvaardde. Becking heeft de uitgave van de muziek van E. T. A. Hoffmannn bezorgd en redigeerde te Erlangen de Veröffentlichungen des musikwissenschaftlichen Seminars der Universität Erlangen.

< >