* 6. 5. 1858 te Versailles, leerling van het cons. te Parijs, behaalde 1879 den Prix de Rome, 1881 den Prix Crescent. Werd 1922 lid der Académie des Beaux Arts in de plaats van St.
Saëns. Componeerde de opera's Le roi de Paris (1901), Titania (1903), Le miracle (1910), Dans l'ombre de la cathédrale (1921), Riquet d la houppe (1927), het ballet Siang-Sin (1924), de operettes Nimba en Les Pantins, de symph. légende Rubezahl, Résurrection (1892), een symph. ouverture, een symphonie, een fantasie voor viool en orkest, een nocturne voor fluit en orkest, liederen enz.