* 21. 11. 1718 bij Seehausen ✝ 22. 5. 1795 te Berlijn, theoreticus en criticus. Was in het maatschappelijk leven o.a. lid van den krijgsraad en directeur der kon. loterij.
Heeft liederen en pianomuziek gecomponeerd, maar in de eerste plaats naam gemaakt als schrijver van een Abhandlung von der Fuge in 2 dln. (1753—1754), Anleitung zum Klavierspielen (1755, tweede druk 1765, ook in het Fransch en in het Nederl.), Anleitung zur Singkomposition (1758), Systematische Einleitung in die musikalische Satzkunst nach Rameau (1757), alsmede van een aantal kritische geschriften zooals Der kritische Musicus an der Spree (1749— 1750), Kritische Briefe über die Tonkunst (1759— 1763) en Historisch-kritische Beytrage zur Aufnahme der Musik (1754—1778).