* 29. 1. 1863 te Bradford (Yorkshire), Engelands belangrijkste componist in dezen tijd. Was oorspronkelijk voor den handel bestemd, omdat zijn ouders zich hardnekkig tegen zijn wensch om de muziek als levensdoel te kiezen, verzetten.
Vertrok naar Florida, waar hij een plantage bestuurde. Vond daar na een verblijf van zes maanden een oprecht vriend in Thomas F. Ward, muziekleeraar. Deze droeg veel tot zijn muzikale vorming bij. In 1885 verliet hij de plantage en vestigde zich als muziekleeraar te Danville (Virginia), hetgeen tengevolge had, dat zijn ouders hem bijvielen. D. keerde nu terug naar Europa en bezocht het cons. te Leipzig. Toen leerde hij aldaar Edvard Grieg kennen, die zich sterk voor Delius interesseerde. Zijn studiën aan het cons. liet hij in den steek. In Grieg vond hij een belangrijker leeraar dan in de dogmatische leeraren aan het conservatorium. In 1888 vertrok hij naar Parijs, waar hij in afzondering leefde. Gaf weinig werken uit en liet weinig ten gehoore brengen. Na grondige studie besloot hij omstreeks 1899 een concert met eigen werk te Londen te doen geven. Dit vond toen plaats in St. James Hall. Niettegenstaande het succes dat hem ten deel viel toonden onbegrijpelijkerwijze de Engelsche dirigenten geen bijzondere belangstelling voor zijn werken. In Duitschland daarentegen trok Delius zeer de aandacht. Busoni, Jul. Buths, Hans Haym, Fritz Cassirer hebben zijn muziek met liefde ten gehoore gebracht. In Engeland leefde nu echter de belangstelling voor hem weer op. Sir Thomas Beecham is daar zijn pionier geweest. Door dezen verwierf D. allengs bekendheid en bewondering in zijn geboorteland. Delius' muziek vormt de overgang tusschen na-romantiek en impressionisme. Zij is van wonderbaarlijke kleuren- en klankenweelde. De eerste werken verraden invloeden van Wagner en Grieg: Phantasie-ouverture Over the Hills and far away, Norwegische Suite (1897). Ook Strauss en Debussy hebben later, opschoon niet bijzonder sterk, op hem ingewerkt. Delius is een meester in het oproepen van sfeer en stemming. Het hart wordt tot in zijn diepste roerselen getroffen door Delius' intens-dichterlijke klankentaai. Hij is het sterkst en zuiverste voorbeeld van dichterschap in muziek! D. leeft in absolute afzondering te Grez-sur-Loing (Seine) in Frankrijk. Hij is thans verlamd en mist het gezichtsvermogen. Philip Heseltine heeft zijn persoonlijkheid en levenswerk uiterst nauwgezet en dichterlijk beschreven in een studie: Frederick Délias (London. 1923).Werken voor orkest: Over the Hills and far away, Norw. Suite, A Dane Rhapsody, In a Summergarden, Paris, Brigg-fair, Eventyr, Northcountry sketches, On hearing the first cuckoo in Spring, Summernight on the river, Lebenstanz, Appalachia, ouverture In London Town.
Dram. werken: Koanga, Romeo und Julia auf dem Dorfe, Margot la Rouge, Fennimore en Gerda, Hassan (mus. de scène).
Verder: The Song of the high Hills (orkest en koor), Songs of Sunset (soli, koor en orkest), Sea-drift (bar., koor en orkest). Eine Messe des Lebens (soli, koor en orkest). Vioolconcert, VioIoncelconcert, Dubbelconcert voor viool, violoncel en orkest, Sonate voor viool en piano, Sonate voor violoncel en piano, liederen en pianostukken. De Universal-edition te Weenen heelt het meerendeel van Delius' werken gepubliceerd.