Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Franz grunicke

betekenis & definitie

* 23. 1. 1841 te FalkenhainZeitz, ✝ 6. 9. 1913 te Berlijn, organist, is aan de cons. van Kullak en van Klindworth-Scharwenka als leeraar voor piano en orgel verbonden geweest, werd 1883 organist van de nieuwe Joodsche gemeente, verwierf 1908 den professorstitel.

< >