Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

François couperin

betekenis & definitie

(le Grand) (Portret plaat 43), * 10. 11. 1668 te Parijs, ✝ 12. 9. 1733 aldaar, de beroemdste van het organistengeslacht Couperin, waarin het ambt van organist in de St. Gervaiskerk te Parijs erfelijk was en waarvan de laatste telg Fr.

Gerv. Couperin omstreeks 1823 overleed.’ François Couperin, die tijdens zijn leven aan het Fransche hof in hooge eer stond, en steeds ook zeer populair was, is de rijkstbegaafde der Fransche clavecinisten geweest en zijn invloed op Rameau, Bach, Händel, Telemann, enz., is buitengewoon geweest. Zijn werk wordt gevormd door Suites, Pièces de clavecin, Concerten, trio's, enz. Zijn Tart de toucher le clavecin (1717) heeft Ph. Em. Bach tot voorbeeld gediend. Chrysander heeft Couperins werken opnieuw uitgegeven in deel IV van zijn Denkmaler der Tonkunst. Zijne beide dochters Marianne en Marguérite Antoinette, waren eveneens beide voortreffelijke organisten. Zie verder: C h. Bouvet: Une dynastie de musiciens français: Les C., organistes de l'église St. Gervais (1919); H. Quillard, Les C. (1913); J. Tiersot, Les C. (1926 in „Les maîtres de la musique”).

< >