(eig. Wilhelm), * 24. 1. 1776 te Königsberg,✝ 25. 6. 1822 te Berlijn, de vermaarde fantastische schrijver, was ook degelijk musicus, heeft als muzikaal leider van den schouwburg te Bamberg vele jaren zijn brood verdiend en componeerde o.a. vier sonates voor piano (1922 door G.
Becking uitgegeven), een symphonie, een harpkwintet, een pianotrio, twaalf zangspelen en opera's (waarvan Undine de bekendste is), veel entr' acte-muziek enz. Ook heeft hij veel over muziek geschreven, waarbij hij zich als een vereerder van Bach, Mozart en Beethoven deed kennen. Zijn artikelen voor de Allg. Musik. Ztg. te Leipzig heeft hij gebundeld onder den titel Phantasiestücke in Callot's Manier (1814). Op de kunstenaars der romantische school, in 't bijzonder op Schumann, heeft zijn literair werk, o.a. de figuur van Kreisler, grooten invloed geoefend.