(Portret: plaat 3), * (gedoopt) 15. 5. 1567 te Cremona, ✝ 29. 11. 1643 te Venetië, componist. Leerling van M.
A. Ingegneri. Gaf reeds 1583 vierstemmige Madrigali spirituali in het licht, waarop 1585 driestemmige Canzonette en 1587 vijfstemmige madrigalen volgden. De hertog van Mantua benoemde (1590) hem tot zijn violist en zanger, in 1601 tot zijn kapelmeester. Na diens dood werd hij in 1613 aangesteld tot kapelmeester van de St. Marcuskerk te Venetië en is dit tot zijn dood gebleven. Monteverdi's beteekenis in de geschiedenis der muziek is te zoeken in zijn hervormingswerk op het gebied der opera, in de eerste plaats neerkomende op een grooter rol aan het orkest toebedeeld, ten tweede in de verdringing van den declamatorischen stijl der eerste opera's door muziek van rijker melodie. Zijn orkest ontleende hij aan het feestorkest der oude intermezzi, de muzikale textuur is bij hem kleuriger, levendiger, dan bij de Florentijners, en in 't algemeen is de verwantschap tusschen zijn muziek en die der latere operacomponisten veel grooter dan tusschen deze en de eerste proeven van Caccini c.s. Van zijn werken op dramatisch gebied vermelden we: Orfeo (1607), Arianna (1608) met het vermaarde „Lamento”, het maskerspel 11 ballo delle ingrate, Combattimento di Tancredi e Clorinda (1624), een werk, dat soms aan het oratorium herinnert, Adone (1639), Le nozze di Enea (1641), II ritorno d’Ulesse (1641), L'incoronazione di Poppea (1642). In den laatsten tijd zijn verschillende werken van M. herdrukt, zoo vindt men Madrigalen van hem n.l. Cruda amarilli in Martini's Esemplare, Chorons Principes de composition en Kiesewetters Geschichte; zijn Stracciami pure il core bij dezelfden en ook in Burney's Geschichte. Verder vindt men den klaagzang uit Arianna o.a. in Kiesewetters Geschichte d. abendländischen Musik, Winterfelds Gabrieli, enz., gedeelten uit de Orfeo in Kiesewetters Geschichte. Een facsimile-uitgave van de Orfeo bezorgde A. Sandberger (1928) en Fr. G. Malipiero bezorgde een uitgave in 1923, terwijl deze ook een complete uitgave van M.'s werken wil geven (tot dusverre verschenen de eerste zes deelen Madrigalen [1928]). In de Edition Peters gaf Hugo Leicbtentritt twee bundels Madrigalen en in „,Alte Meister des bel canto" gaf Ludw. Landshoff verschillende duetten (Madrigali a due). Zie verder: LouisSchneider, Cl. M. (1920), H. Prunières, Cl. M. (1924) en van denzelfde, La vie et l’oeuore de Cl. M. (ook in het Eng. vertaald) en verder het uitvoerige artikel over M. in Riemanns Lexikon.