* 21. 4. 1853 te Parijs, ✝ 5. 10. 1911 te Cormeilles (Eure), musicoloog. Leerling van Danhauser, Wormser en Massenet.
Was medewerker aan verscheidene tijdschriften en sinds 1899 archivaris van den Gr. Opéra. Met Saint-Saëns redigeerde hij de uitgave der gezamenlijke werken van J. Ph. Rameau (uitgave Durand). Hij schreef eenige boeken, w.o.: L'oeuvre dramatique de Richard Wagner (1886), Précis d' histoire de l’Opéra Comique (1840— 1887), over Massenets Esclarmonde (1899), en Saint-Saëns' Ascanio (1890), Histoire de la seconde Salle Favart (2 deelen 1892—'93, bekroond door de Académie) en P. Tschaikowsky (1901, over diens zesde symphonie). Componeerde de operette l'Amour du camp (1905), pianoen orgelmuziek.