(Portret plaat 61), * 8. 7. 1865 te Groningen, violist, leerling van Chr. Poortman aldaar èn Jenö Hubay te Brussel, later nog van Joachim te Berlijn.
Na eerst te Boedapest als vioolleeraar werkzaam te zijn geweest was hij 1891—94 concertmeester bij de Berlijnsche Philharmonie, 1895—99 hofconcertmeester te Meiningen en van 1899 tot 1903 hoofdleeraar a. h. conservatorium te Amsterdam en primarius van het Amsterd. conserv kwartet. Sedert 1903 is E. leeraar aan het conserv. te Keulen, concertmeester v. h. Gürzenich-orkest en primarius van het Gürzenichkwartet.