* 7, 7. 1860 te Leipzig, aanvankelijk jurist, 1886 Dr. Juris, legde zich daarna op de muziek toe.
Leerling van het cons. te Leipzig en van Kretzschmar a. d. univ. aldaar, later nog van Spitta te Berlijn, promoveerde 1890 tot Dr. phil., 1895 privaatdocent te Leipzig, 1902 buitengew. hoogleeraar. Vurig aanhanger van Liszt en Wagner, blijkens enkele geschriften. Zijn hoofdwerk is echter de uitgave van de werken van den 17-eeuwschen componist J. H. Schein, waarvan sinds 1901 zeven deelen het licht hebben gezien.