* 1. 11. 1863 te Königsberg, ✝ 3. 10. 1907 te Libau (op een concertreis), pianist. Leerling van Louis Kohier en Liszt, trad reeds 1881 met succes op, studeerde daarna in de rechten te Leipzig, en hervatte 1886 zijn virtuozenloopbaan, waarbij hij heel de wereld doorkruiste.
Van 1900 tot 1906 was hij leider van een meesterklasse aan het cons. te Leipzig. R. was een der dichterlijkste en schitterendste virtuozen van zijn tijd. Heeft als componist enkel pianomuziek (Reisebilder) in het licht gegeven. Liederen en orkestvariaties zijn manuscript gebleven. Zie: J. Schwerin: Erinnerungen an Alfr. Reisenauer (1909).