slaginstrument, behorend tot de membranofonen, bestaande uit een meestal cilindervormig lichaam, bespannen met een of twee vellen; wordt bespeeld met de hand, met stokken of met kloppers, die voorzien zijn van koppen van bijv. vilt. Er bestaan ook trommels waarbij hout, aardewerk of metaal worden aangeslagen.
De kleine of militaire trom heeft een korte metalen cilinder(diameter ca 35 cm), aan weerskanten bespannen, bespeeld aan één zijde, terwijl aan de andere zijde snaren over het vel gespannen zijn, die een ratelend geluid toevoegen. De grote of Turkse trommel bestaat uit een grote houten cilinder (diameter ca 40 cm). Er is ook de roertrom, zowel in militaire bands als in symfonieorkesten gebruikt (diameter 28-35 cm, hoogte 35-50 cm).