of bazuin, koperen blaasinstrument (in het symfonieorkest), waarbij de toonhoogte behalve met de lippenstand ook met een schuivende buis (de coulisse) wordt bepaald. In harmonie- en fanfareorkesten bespeelt men ook ventieltrombones.
Men kent alt-, tenor-, bas- en contrabastrombones, waarvan de tenorvorm het meest wordt gebruikt. De trombone heeft een toonomvang van E-bes’.