vrijhouden - onregelmatig werkwoord
uitspraak: vrij-hou-den
1. zorgen dat er niets vóór staat
♢ u moet de nooduitgang vrijhouden
2. zorgen dat iemand er kan zitten
♢ wil jij een plaats voor me vrijhouden?
3. alle consumpties voor iemand betalen
♢ we hebben Eugène de hele avond vrijgehouden
Onregelmatig werkwoord: vrij-hou-den
ik houd vrij (... ik vrijhoud)
jij/u houdt vrij (... jij vrijhoudt)
hij/zij houdt vrij (... hij vrijhoudt)
wij/zij/jullie houden vrij (... wij vrijhouden)
ik/jij/u/hij/zij hield vrij (... ik vrijhield)
wij/zij/jullie hielden vrij (... wij vrijhielden)
hij hebben vrijgehouden
de/het/een vrijgehouden ....
Synoniemen
vrijlaten
Gepubliceerd op 14-11-2017
vrijhouden
betekenis & definitie