voorspelbaar

betekenis & definitie

voorspelbaar - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: voor-spel-baar

1. wat voorspeld kan worden
♢ de uitkomst van de wedstrijd is wel voorspelbaar

Bijvoeglijk naamwoord: voor-spel-baar
... is voorspelbaarder dan ...
het voorspelbaarst
de/het voorspelbare ...
iets voorspelbaars

Tegenstellingen
onvoorspelbaar