voorbestemmen - regelmatig werkwoord
uitspraak: voor-be-stem-men
1. er vooraf een doel aan geven
♢ hij was voorbestemd om zijn vader op te volgen
Regelmatig werkwoord: voor-be-stem-men
ik bestem voor (... ik voorbestem)
jij/u bestemt voor (... jij voorbestemt)
hij/zij bestemt voor (... hij voorbestemt)
wij/zij/jullie bestemmen voor (... wij voorbestemmen)
ik/jij/u/hij/zij bestemde voor (... ik voorbestemde)
wij/zij/jullie bestemden voor (... wij voorbestemden)
hij heeft voorbestemd
de/het/een voorbestemde ....
Gepubliceerd op 14-11-2017
voorbestemmen
betekenis & definitie