landelijk - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: lan-de-lijk
1. met de rust van het platteland
♢ zij wonen erg landelijk daar in Lutjebroek
2. wat te maken heeft met het hele land
♢ de Volkskrant is een landelijk dagblad
Bijvoeglijk naamwoord: lan-de-lijk
... is landelijker dan ...
het landelijkst
de/het landelijke ...
iets landelijks
Gepubliceerd op 14-11-2017
landelijk
betekenis & definitie