besmeuren - regelmatig werkwoord
uitspraak: be-smeu-ren
1. er vlekken of viezigheid op laten komen
♢ de vloerbedekking was besmeurd met modder en voetstappen
Regelmatig werkwoord: be-smeu-ren
ik besmeur
jij/u besmeurt
hij/zij besmeurt
wij/zij/jullie besmeuren
ik/jij/u/hij/zij besmeurde
wij/zij/jullie besmeurden
hij heeft besmeurd
de/het/een besmeurde ....
Synoniemen
bekladden
Gepubliceerd op 14-11-2017
besmeuren
betekenis & definitie