aanvang - zelfstandig naamwoord
uitspraak: aan-vang
1. wat het eerst gebeurt, wat je het eerst doet
♢ bij de aanvang van de wedstrijd was hij nog fit
Zelfstandig naamwoord: aan-vang
de aanvang
Synoniemen
begin, start
Tegenstellingen
eind, einde, end, slot
Gepubliceerd op 14-11-2017
aanvang
betekenis & definitie