aanhangwagen - zelfstandig naamwoord
uitspraak: aan-hang-wa-gen
1. kar die aan een auto vastgemaakt kan worden
♢ wij gaan altijd met een aanhangwagen vol spullen op vakantie
Zelfstandig naamwoord: aan-hang-wa-gen
de aanhangwagen
de aanhangwagens
het aanhangwagentje
Synoniemen
aanhanger
Gepubliceerd op 14-11-2017
aanhangwagen
betekenis & definitie