aanhangsel - zelfstandig naamwoord
uitspraak: aan-hang-sel
1. deeltje dat vastzit aan een groter geheel
♢ een klein aanhangsel aan de dikke darm is de blindedarm
2. wat ergens aan toegevoegd is
♢ ik stuur je bij deze mail als aanhangsel een foto
Zelfstandig naamwoord: aan-hang-sel
het aanhangsel
de aanhangsels
het aanhangseltje
Synoniemen
bijlage, bijvoegsel, supplement
Gepubliceerd op 14-11-2017
aanhangsel
betekenis & definitie